Regressie- en reïncarnatietherapie gaat ervan uit dat het goed functioneren en het disfunctioneren van mensen – zowel op lichamelijk als geestelijk gebied – zijn oorzaak vindt in vroegere opgedane positieve of negatieve ervaringen.
De therapeut begeleidt de cliënt bij het terugvinden en herbeleven van deze ervaringen. Dat gebeurt in trance. Iemand die in trance is, is op twee bewustzijnsniveaus aanwezig. Neem als voorbeeld iemand die in tranen vertelt wat hem tijdens de oorlog is overkomen, maar onmiddellijk erna kan (glim)lachen om de opmerking van een ander over de huidige situatie waarin hij zich bevindt. Net als in de therapie zijn de twee bewustzijnsniveaus ‘de herbeleving’ en ‘het hier en nu’.
Regressie betekent ’teruggaan in de tijd’. Reïncarnatietherapeuten werken met regressietherapie die zich niet beperkt tot het teruggaan in de tijd van het huidige leven, maar ook in de tijd van zogenoemde vorige levens. Of men al of niet in reïncarnatie gelooft, blijkt in de therapie eigenlijk nauwelijks van belang te zijn. Soms komt het voor dat cliënten bij beëindiging van de therapie enthousiast meedelen: ‘Ongelofelijk. Het werkt fantastisch, maar toch geloof ik nog steeds niet in reïncarnatie!’